ARTIST INFO
GREG KOCH (US)
website
cd review
On The Radio (2008)
|
CONCERT REVIEW
Enigszins met een erwt toog ik naar de Borderline te Diest. Is het immers niet immens gewaagd om een concert te gaan bijwonen van een man die vooral bekend is van zijn ‘clinics’ voor Leonard Hall en Fender (tevens zijn endorser). Maar er was geen reden tot ongerustheid, zou blijken. Greg Koch is een manusje van alles. Niet alleen is hij een fantastisch goeie en veelzijdige gitarist, daarnaast houdt hij zich ook nog ongelooflijk onledig met het geven van clinics ofte demonstratie’s zoals hoger al vermeld, is hij auteur van gitaar-instructieboeken en dvd’s bij de uitgeverij Leonard Hall, is hij columnist in verscheidene magazines, maakt radioprogramma’s, is een veelgevraagde sessie-muzikant, ook voor commercials en soundtracks, en is daarbij ook nog acteur. Voorts heeft hij negen cd’s op zijn actief van het meest uiteenlopende allooi en vindt daarbuiten nog de tijd om te toeren. Chapeau.
In feite is hij onderweg naar de Frankfurter Musikmesse die plaatsvindt half-maart. Hij is dus goed op tijd vertrokken. Onderweg daar naartoe speelt hij zich suf in verschillende clubs in Duitsland, Italië en twee in België en laat overal verbouwereerde gitaristen achter, waarvan de helft harder gaat werken en de andere helft een nieuwe bezigheid gaat zoeken. Men noemt hem een eclectische virtuoos en een guitar genius, maar in feite speelt Greg gewoon héél graag gitaar, hij amuseert zich rot, dan kan je hem aanzien, en hij relativeert constant zijn eigen kunnen. Hij noemt zichzelf een ongelooflijke gelukzak die zijn brood kan verdienen met wat hij het liefst van al doet: gitaar spelen.
Ook in de Borderline haalt hij met het grootste gemak het beste uit zichzelf en zijn telecaster. Een gitaar zonder franjes en de hoogst nodige pedaaltjes, een digital delay, een flanger en een tube screamer. That’s it. De rest komt uit zijn tovenaarshanden. De Border was intussen lekker vol gelopen. Een aantal gitaristen uiteraard. En een schare trouwe volgelingen van over onze noordelijke grenzen waren ook afgezakt naar Diest. En een hoop liefhebbers van het genre natuurlijk. Maar welk genre was hier en nu de hamvraag, want Greg en band is van geen kleintje vervaart. Het begon al sterk met “Mrs Buckley” van de nieuwste cd, een nummer dat we in de seventies als jazzrock zouden hebben bestempeld, met “Marbles” van John McLaughlin als vlaggeschip destijds. Er zit ook dat funky ritme in zoals we dat kennen van de Isley Brothers. Niet alleen Greg laat onze monden openvallen, maar ook zijn rhythmsection laat al meteen zien waartoe ze in staat zijn. Tom Brechtlein is een hyperactieve drummer en met name in dit soort van fusion komt hij goed aan zijn trekken. Samen met bassist Roscoe Beck, die hier vanavond vervangen is door een andere bassist, vormt hij de huidige backing van die andere grote gitarist Robben Ford. Kan je nagaan. Onmiddellijk daarop werpt Greg, die eigenlijk gerust als André Van Duyn door het leven zou kunnen gaan, treffende gelijkenis, Jimi Hendrix’ “Manic Depression” op het vuur. Het ijzer smeden als het heet is. In het dubbelspel met Malford Milligan, de witte neger, trekken beide rasartiesten mekaar naar grotere hoogten. Een ware symbiose. Malford’s vocale prestaties zijn perfect afgestemd op de gitaarklanken van Greg. “Change Is Gonna Come” met Milligan in de rol van Sam Cooke brengt ons pure soulfulle warmte. “Going Down” van Don Nix is ook van de partij en laat ons een Malford zien die zeer diep kan gaan. Deze man sterft ooit, in een verre toekomst, op een podium in volle actie. Als ik de ogen sluit hoor ik de Hellecasters in Greg Koch’s versie van “Folsom Prison Blues”, diezelfde tovenaarstruuks, vingervlugge countrypicking à la Ray, Donahue, Jorgenson. Zeer sterk. Hier waren we voor gekomen. Onder andere. De eerste set wordt afgerond met de Jimmy Page medley “Surf Zep”, een nummer dat geconstrueerd is rond Dick Dale’s “Misirlou”, hét surfnummer aller tijden. Weer met een onaardse, niet te copiëren solo van Greg.
Tijdens de pauze veranderden er heel wat cd’s van eigenaar. De twee meter lange Greg glunderde boven de menigte uit.
De tweede set trok op met “The Stumble” van Freddie King. Meer verwijzingen echter naar Dave Edmunds dan naar King. Voor de Boyd, Hazel, Bowen-compositie “Shakey Ground”, ons bekend van The Temptations en Delbert McClinton werd Fred van de Border op het podium geroepen om een duetje te doen met Malford. Als illustratie van zijn humor werd “Mr Sandman” ten gehore gebracht. Een bewerking à la Danny Gatton dan weliswaar, the master of the Telecaster. Het nummer was doorspekt met ontelbare rifjes van ouwe top-vijvers zoals “Lady Madonna” en “Stairway to Heaven” van je weet wel wie. Als Greg het medicijnflesje over de middelvinger schuift krijgen we authentieke Duane Allman slide klanken in onze buis van Eustachius gepompt. Nog wat T-Bone met “Stormy Monday”, een kwestie van alle genres en stijlen de revue te laten passeren, maar zeker niet overbodig, want alles wat Koch voor ons oprispt is met liefde en toewijding en respect voor d’ ouden gespeeld. Maar aan alles moet op zeker moment een einde komen, zouden we anders niet rotbedorven worden ? De bissers worden “Bitter Pain” en het mooie, zelden gecoverde “Spanish Castle” van Jimi Hendrix.
De ganse show wordt aan elkaar gepraat met grappen en grollen en rare gebaartjes van Greg. Deze kerel is ondanks of dankzij zijn virtuositeit toch zéér down to earth gebleven. Of in ’t Vloms gezegd, hij loopt niet naast zijn schoenen. En dat maakt het allemaal nog zoveel interessanter, voor ons, gewone stervelingen.
Om het verhaal met een trefwoord at te ronden: KLASSE !
CU
witteMVS |